Niet alleen je figuur verandert als je gewicht verliest: afvallen zorgt ook voor grote veranderingen in de samenstelling van bacteriën in onze darmen en in onze hersenactiviteit – wat overigens ook nog invloed op elkaar heeft.
De tijd rond kerst en oud en nieuw is voor velen een periode van gezelligheid, naastenliefde en … van veel, heel veel eten. Vaak willen we die extra kilo’s snel weer verliezen, waardoor ‘afvallen’ een van de meest populaire goede voornemens voor het nieuwe jaar is. Maar hoe gemakkelijk je aankomt, zo lastig kan het zijn om dat gewicht weer te verliezen. Onze darmen, hormonen en ons brein hebben namelijk allemaal invloed op ons gewicht en op ons eetgedrag. Maar wat gebeurt er als het wél lukt om af te vallen? Heeft dat andersom ook invloed op ons lichaam? Dat zochten Chinese wetenschappers uit.
Ze onderzochten daarvoor specifiek mensen met overgewicht die een speciaal dieet volgden: intermittent energy restriction oftewel ‘periodieke energiebeperking’. Dit hield in dat de deelnemers soms dagen hadden waarop ze heel weinig aten en soms dagen waarop ze normaal aten. Dit dieet duurde in totaal 62 dagen en bestond uit twee delen. In het eerste deel kregen de deelnemers speciale maaltijden van een diëtist, met steeds minder calorieën. Net zolang totdat de maaltijden uiteindelijk slecht een kwart van een normale voedselinname bevatten. In het tweede deel kregen de deelnemers een lijst met gezonde voedingsmiddelen om uit te kiezen, die op ongeveer vijfhonderd calorieën per dag voor vrouwen en zeshonderd calorieën per dag voor mannen uitkwamen.
Resultaten dieet
De onderzoekers waren vooral benieuwd naar de relatie tussen de bacteriën in de darmen, de hersenen en het eetgedrag. Daarom onderzochten ze voor, tijdens en na het volgen van het dieet die aspecten van de gezondheid van de deelnemers. Daarvoor bekeken ze de ontlasting, namen ze bloed af en deden ze hersenscans. Daaruit bleek onder andere dat het dieet voor deze groep goed werkte om af te vallen: de deelnemers verloren gemiddeld 7,6 kilo. Ook hadden ze minder vet, een smallere taille, een lagere bloeddruk en een betere bloedsuikerspiegel, cholesterolgehalte en leverfunctie.
De invloed van bacteriën
Maar het volgen van het dieet had ook invloed op de darmbacteriën en op de hersenactiviteit. Zo observeerden de onderzoekers na het dieet dat er minder hersenactiviteit was in de gebieden die betrokken zijn bij eetlust en verslaving. Ook zagen ze dat de verhouding tussen verschillende soorten darmbacteriën veranderde. Zo daalde bijvoorbeeld het aandeel in de soorten Escherichia coli, Coprococcus comes en Eubacterium hallii – soorten die het hersengebied remmen waarvan bekend is dat deze belangrijk is voor allerlei uitvoerende functies, waaronder de wilskracht om af te vallen. Daarentegen waren de soorten Parabacteroides distasonis en Faecalibacterium plautii juist méér actief – bacteriën die invloed hebben op hersengebieden die te maken hebben met aandacht, onderdrukken van impulsen, emoties en leren.
Je gewicht bepaalt je voedselkeuze
Aandacht voor die veranderde hersenactiviteit is erg belangrijk, vertelt Qiang Zeng, een van de onderzoekers. “Overgewicht is een van de grootste gezondheidsproblemen van deze tijd. Er zijn wel allerlei manieren om snel af te vallen, maar een normaal gewicht houden gedurende je leven is een stuk lastiger.” Ironisch genoeg bepaalt je gewicht daarin ook je voedselkeuze, vertelt Zeng. “Kijk naar de mensen om jou heen. Wie kan er een lekker stuk taart weerstaan, als de keuze er is? Slanke mensen kiezen vaak vanzelf voor voedsel met weinig calorieën, terwijl mensen met overgewicht juist vaak naar voedsel met veel calorieën neigen.” En dat zou dus wel eens door die wisselwerking tussen darmen en brein kunnen komen.
Wisselwerking darmen en hersenen
“Het darmmicrobioom beïnvloedt de energiebalans en heeft ook interactie met de hersenen via wat we de ‘hersen-darm-microbioom-as’ noemen”, vertelt Zeng. Talrijke wetenschappelijke studies hebben al aangetoond dat deze as betrokken is bij de ontwikkeling van overgewicht, maar hoe de communicatie precies werkt is nog niet duidelijk. Ook dit onderzoek worstelt daarmee. Dat de waargenomen veranderingen in verband staan met elkaar, lijkt helder, maar wat precies de oorzaken en wat de gevolgen zijn niet. “We denken dat de bacteriën in de darmen praten met de hersenen op een ingewikkelde, tweerichtingswijze. De bacteriën maken stofjes die de hersenen bereiken via zenuwen en het bloed. Andersom regelen de hersenen het eetgedrag, terwijl het voedsel dat we eten de samenstelling van de bacteriën in de darmen verandert”, aldus onderzoeker Xiaoning Wang.
Vervolgonderzoek
Hoewel er nog steeds onbeantwoorde vragen zijn over de vraag of veranderingen in het darmmicrobioom veranderingen in de hersenen veroorzaken of omgekeerd, bieden deze bevindingen volgens Zeng wel een richting voor verder onderzoek naar hoe de communicatie tussen het darmmicrobioom en de hersenen gewichtsverlies beïnvloedt. Volgens collega-auteur Liming Wang is de volgende vraag daarom hoe de bacteriën in de darmen en de hersenen precies communiceren bij mensen met overgewicht, ook als ze afvallen. “Welke specifieke bacteriën in de darmen en welke hersengebieden zijn bijvoorbeeld specifiek belangrijk voor een succesvol gewichtsverlies en voor het behoud van een gezond gewicht?”
De onderzoekers hopen hiermee dat we een beter begrip krijgen van de rol van darmbacteriën en de hersenen bij overgewicht en afvallen, om zo niet alleen bij te dragen aan nieuwe manieren voor mensen om af te vallen, maar ook om gezond te blijven.
Bron: Myrte Nowee voor Scientias
Reactie plaatsen
Reacties